Voorbeeldpagina's antwoordenboek 1 havo van Management & Organisatie in Balans, 7e editie.
24.21 a Bij een afzet van 100.000 stuks is de opbrengst € 1.000.000. De verkoopprijs is € 10 per stuk.
Domein E Financieel beleid d 100.000 e TO
b Bij een productie/afzet van 0 stuks zijn de kosten € 500.000 . Dit zijn uitsluitend de totale constante kosten.
c Afzet 100.000 stuks → TK = € 1.000.000 Afzet 0 stuks → TK = € . 500.000 Door de productie/afzet te verhogen met 100.000 stuks, stijgen uitsluitend de variabele kosten met € 500.000. De variabele kosten per pizza zijn: € 500.000/100 000 = € 5 .
€ 10 = € 1.000.000 .
110.000 110.000
€ 10 =
€ 1.100.000
€ 5 =
550.000 500.000
TK variabele kosten
€
constante kosten
€
€ 1.050.000
Nettowinst
50.000
€
f Nee, de order zou een winst opgeleverd hebben van 5.000 ( € 9 – € 5) = € 20.000 .
g De break-evenafzet wordt: € 500.000/( € 9 – € 5) = 125.000 pizza’s. Als er minder dan 125.000 pizza’s ver- kocht worden, wordt er verlies geleden. Ook is de productie van125.000 pizza’s gelijk aan de productieca- paciteit. Met de aanwezige capaciteit is het behalen van winst onmogelijk. Het is dus een onverstandig besluit. 24.22 a Brutowinst: 1.500.000 ( € 0,50 – € 0,25) = € 375.000. € 375.000 – (1.500.000 ( € 0,01 + € 0,025 + € 0,015) – € 200.000 = € 375.000 – € 75.000 – € 200.000 = € 100.000 .
b Grafiek totale kosten en totale opbrengsten
100 150 200 250 300 350 400 450 500 550 600 650 700 750 800
TO
TK
kosten en opbrengsten € 1.000
0 50
0
250 500 750 1.000 1.250 1.500 1.750
afzet 1.000 flessen
c Break-evenafzet = 1.000.000 flessen. De daling mag zijn 1.500.000 – 1.000.000 = 500.000 flessen.
CE
Uitgeverij Van Vlimmeren BV
108
Made with FlippingBook