Voorbeeldpagina's antwoordenboek 2 vwo van Management & Organisatie in Balans, 7e editie.
Hoofdstuk 27 Kosten in de industriële onderneming
Hoofdstuk 27 Kosten in de industriële onderneming
27.1 a Grondstofkosten
Kosten van grond
Arbeidskosten
Kosten van duurzame productiemiddelen
Financieringskosten Kosten van belastingen
Kosten van diensten van derden
b Kosten van grondstoffen/hulpstoffen, kosten van materialen, kosten van halffabricaten en inkoopkosten.
c De kosten van personeel in vaste dienst zijn onafhankelijk van de productie- of afzethoeveelheid.
d Bij koop: afschrijvings-, interest- en complementaire kosten. Bij huur of bij een leasecontract: huur- of leasekosten en complementaire kosten.
e Belastingen waarbij de onderneming als incasseerder optreedt. Winstbelastingen. Kostprijsverhogende belastingen. 27.2 a 1 Constante en variabele kosten. 2 Directe en indirecte kosten. 3 Als er sprake is van één product zijn alle kosten direct.
b 1 , 2 , 4 , 5 en 7 zijn massaproducten. 3 , 6 en 8 zijn stukproducten.
c De productiecapaciteit heeft wel invloed op de kostenstructuur omdat de productiecapaciteit de constante kosten beïnvloedt.
27.3 a We berekenen eerst het normale aantal machine-uren. Voor 2014 is het normale aantal machine-uren 120.000/100 30 uur = 36.000 uur. Het verwachte aantal machine-uren is 110.000/100 30 uur = 33.000 uur. Het machine-uurtarief wordt dan: C s /N p + V s /B p = € 216.000/36.000 + € 99.000/33.000 = € 6 + € 3 = € 9 .
b De standaardkostprijs per 100 stuks Buus is: Grondstoffenverbruik
80 kg à € 8 = 90 uur à € 16 =
640
€
Lonen
1.440
€
Constante en overige variabele kosten:
30 machine-uren à € 9 = €
270
2.350
€
De standaardkostprijs per product is € 2.350/100 = € 23,50 .
27.4 a Ook op de kosten van de betonfundering en elektrische installatie moet worden afgeschreven, want deze hangen samen met de aanschaf van de machine en gaan ook jaren mee.
b Verkoopprijs van de machine na drie jaar
40.000
€
Sloopkosten van de betonfundering
2.000
€
38.000
Restwaarde
€
c De afschrijving per jaar is ( € 80.000 – € 38.000)/3 = € 14.000. Het afschrijvingspercentage per jaar is € 14.000/ € 80.000 100% = 17,5% .
CE
d Het gedurende de levensduur gemiddeld in de machine geïnvesteerde vermogen is: ( € 80.000 + € 38.000)/2 = € 59.000 .
Management & Organisatie in Balans
5
Made with FlippingBook