Voorbeeldpagina's theorieboek 2 vwo van Management & Organisatie in Balans, 7e editie.

32.4 Alle varianten op een rij

Hoofdstuk 32 Accrual-accounting en matchingprincipe

Je kunt • bepalen in welke situatie opbrengsten wel of geen ontvangsten zijn en in welke situatie ont- vangsten wel of geen opbrengsten zijn. • bepalen in welke situatie kosten wel of geen uitgaven zijn en in welke situatie uitgaven wel of geen kosten zijn.

In deze paragraaf zetten we alle varianten nog eens op een rij.

Ontvangsten die géén opbrengsten zijn Er zijn ontvangsten die geen opbrengsten zijn. Als een onderneming een lening sluit, ontvangt de onderneming geld. Het sluiten van een lening heeft geen gevolgen voor de winst-en-verliesreke- ning, hoewel er in de toekomst meer interest moet worden betaald. Van een soortgelijk geval is er sprake als een debiteur betaalt: de onderneming ontvangt geld, terwijl het resultaat door deze betaling niet verandert. Bij (de betaling van) een verkoop ontvangt de leverancier de omzetbelasting van de afnemer. Deze btw moet de verkoper afdragen aan de Belastingdienst. De btw is voor de verkoper een ontvangst zonder dat er sprake is van een opbrengst. Opbrengsten die ook ontvangsten zijn Als opbrengsten zoals omzet, huuropbrengst en interestopbrengst betrekking hebben op een be- paalde periode en ook in die periode worden ontvangen, zijn de opbrengsten ook ontvangsten van die periode. Als een onderneming bijvoorbeeld goederen contant verkoopt, vallen opbreng- sten en ontvangsten samen. Opbrengsten die géén ontvangsten zijn Een onderneming kan een belegging hebben en daaruit stockdividend als winstuitkering ontvan- gen. Die aandelen hebben wel een waarde maar leiden niet tot een ontvangst in geld. Door de extra aandelen neemt de waarde van de belegging toe; het ontvangen stockdividend is een op- brengst voor de onderneming. Het resultaat neemt door deze opbrengst toe. Ook kan er sprake zijn van een tijdverschil. Als een onderneming goederen verkoopt op rekening, kan de opbrengst in een andere periode vallen dan de te ontvangen betaling. Kosten die ook uitgaven zijn Als loonkosten, interestkosten, energiekosten, vervoerskosten, reparatiekosten, reclamekosten enzovoort betrekking hebben op een bepaalde periode (maand) en ook in die periode (maand) betaald worden, zijn de kosten ook uitgaven van die periode (maand). Kosten die géén uitgaven zijn Afschrijvingskosten zijn een voorbeeld van kosten die geen uitgaven zijn. De afschrijving op vaste activa beïnvloedt het resultaat van de onderneming, zonder dat er geld uit de onderneming vloeit. Afschrijvingskosten hebben dan ook geen invloed op de uitgaven. De betaling van het vaste actief destijds veroorzaakte wel een uitgave! Uitgaven die géén kosten zijn Er zijn verschillende uitgaven die géén kosten zijn. Deze uitgaven hebben geen gevolgen voor de winst (de winst-en-verliesrekening) van de onderneming. De meest bekende voorbeelden van uitgaven die géén kosten zijn, zijn: • investeringen in kapitaalgoederen, bijvoorbeeld de aanschaf van een gebouw of machine.

• aflossingen van een lening of betalingen aan crediteuren. • winstuitkeringen, zoals dividend aan aandeelhouders. • af te dragen omzetbelasting aan de Belastingdienst.

Maak de opgaven 32.11 en 32.12.

CE

Management & Organisatie in Balans

77

Made with